Deze blog gaat over plukken en of je dit nu wel of niet moet doen bij bepaalde vachten. De vraag heb ik trouwens gesteld aan mijn lerares Jet Bijen-Veldhoen. Zij is namelijk altijd bereid om trimsters bij te staan met raad en daad. Daarvoor ook mijn dank lieve Jet.
Plukken…
Dit stukje werkt misschien wat verhelderend. Wanneer er namelijk nooit geplukt wordt bij een ruwharige hond, echt nooit, dan zal de vacht op eigen tempo groeien. Dat betekent dan ook dat alle haren hun maximaal bereikbare haarlengte zullen bereiken. Daarbij de rustfase volledig kunnen doorstaan en dat een ruwe haar pas vervangen wordt als een nieuwe haar zich aandient. Zo’n volledige vachtgroeicyclus duurt trouwens veel langer dan wij doorgaans aannemen. Reken gerust op een jaar of bij sommige rassen zelfs (veel) langer.
Omdat wij als mens een bepaald model en gewenste hardheid voor ogen hebben, trekken wij de haren er periodiek uit. Wij pretenderen dan dat we dood haar verwijderen om plaats te maken voor een nieuwe vacht. Echter trekken wij in werkelijkheid de haren véél te vroeg uit. In het gunstigste geval doen we dat in de rustfase (die dan nog lang niet ten einde is) maar helaas meestal nog in de groeifase van de haren … springlevende haren.
Het uittrekken van groeiend haar leidt tot schade aan de haarknop en geeft ontstekinkjes in de haarzakjes. Er komen wel weer haren terug, maar deze zijn meestel veranderd van structuur. Dit zorgt ervoor dat we ‘enigszins’ ruw haar harder, ruwer en brosser maken en dus manipuleren. Ik noem dat met een simpele term ‘littekenhaar’.
Het haar groeit niet alleen in een andere structuur terug, de groeicyclus raakt erdoor versneld. En omdat we dit plukken periodiek blijven doen, vrijwel altijd nog in de groeifase, wordt het elke volgende generatie harder (zoals bij een bepaald uiterlijk gewenst is) en groeit het steeds vlugger.
Het duidelijkst zie je dit terug bij de West Highland White terrier. Als zo’n hond als pup de eerste keer geplukt wordt, blijft het rokje onder de borst en de buik staan. Dit model blijft aangehouden worden bij elke trimbeurt. Na verloop van tijd zie je dan ook in de nek en op de rug keihard en bros haar en is het haar van het rokje zachter en langer.
De haren mogen bij het rokje de genetisch bepaalde, maximale groeilengte bereiken voor de haren (spontaan) uitvallen. Deze groei kan best twee jaar duren. Deze haren hebben dus een verrassend lange groeicyclus.
Mocht je na al die jaren van de rug plukken en het rokje niet, toch bepalen om de langere rokharen toch te gaan plukken, dan merk je het volgende:
1. Dat de haren bij het rokje niet zo makkelijk loslaat als de vaker ‘geplukte’ vachtdelen op de rug
2. Dat er na het plukken van het rokje geen nieuwe harde haren overblijven
3. Dat het lange rokhaar veel trager terug groeit in verhouding met de vacht op de rug
4. Dat het zachter van structuur teruggroeit in verhouding met de vacht op de rug.
Het duurt daarom nog enige tot vele jaren voor rug- en buikhaar weer gelijk aan structuur zijn en even ruig aanvoelen. Daarbij duurt het ook even voordat ze hetzelfde groeitempo hebben.
Vergelijk dan zo’ n Westie ook nog eens met het neefje Cairn terrier, waarbij vanaf de eerste puppy trimbeurt de flanken glad geplukt worden, dan zie je duidelijk dat plukken de oorspronkelijke vachtstructuur behoorlijk kan veranderen.
Mijn conclusie is dat het eigenlijk niet uitmaakt of de zogenaamde plukvacht nu geplukt of geknipt wordt. Wat als je het haar knipt en niet plukt, dan zal het haar zachter blijven.